‘Veel liefs uit Rusland’
Beschouwingen
24 januari 2010
Het is de afgelopen zomer geweest, dat Wies Jansen een collega van mij tegen mij zei dat ze een zeer drukke periode achter de rug had met het schilderen van een 16 tal decor stukken voor Theatergroep de Kern, aangaande het stuk “Veel liefs uit Rusland”. In eerste instantie was ik best wel benieuwd om eens te zien hoe ze het er met zo’n monumentale opdracht van had afgebracht. Op de flyer die ze mij toestuurde kon ik zien dat het toneelgezelschap een try-out op 19 December te Enkhuizen in de Dromedaris zou hebben. Het kwam mij zeer gelegen om daar voor mij en mijn vriendin plaatsen te reserveren, omdat ik juist in die periode er een expositie had.
Zaterdag 19 december
Het weer was guur en het waaide behoorlijk de temperatuur lag net onder het vriespunt. Overal in Nederland waren er die dag door de sneeuwval gigantische vertragingen, maar in de kop van Noord-Holland reden de treinen nog. We waren er al in de middag naar toe gegaan, om vanuit de trein het besneeuwde landschap te kunnen bekijken. We hebben het stadje die middag in een winterse tooi kunnen aanschouwen. We hadden er maar eens een ‘dagje uit’ van gemaakt.
Om half negen gingen wij de wenteltrap op naar de bovenste verdieping van het historische pand de Dromedaris. Het was tijden geleden dat ik naar een toneelvoorstelling ben gegaan. Het stuk ‘Groeten uit Rusland’ werd door drie acteurs gespeeld. Jan-Jaap Janssen als conservator zijn vrouw Ineke ter Heege als journaliste en Margreet Heemskerk die ik me nog kon herinneren uit de TV serie ‘Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen mijnheer’ als de vrouw van de conservator.
Het stuk was gesitueerd in de Hermitage in Sint-Petersburg alwaar de Nederlandse journaliste verschillende afspraken had. Heel duidelijk kwam in dit stuk na voren dat het zich na de glasnost afspeelde in het huidige Rusland. Een zekere desillusie ten aanzien van de huidige politieke situatie was bij de vrouw van de conservator van het museum heel duidelijk waarneembaar Gaande het spel werden er een drietal historische grootheden ten tonele gevoerd, naar aanleiding van twee schilderijen die uit het niets onder geheimzinnige omstandigheden na eeuwen weer waren opgedoken.
Het ene is een portret van Catharina de Grote en het andere een portret van Alexander Potemkin. Ook de mantel die Catharina eens zou hebben gedragen werd op een gegeven moment door de conservator over de schouders van de journaliste gelegd, waarmee het stuk een interessante wending nam. In zekere zin werd Catharina tot leven gewekt, waarbij ook de Oostenrijkse Keizerin Maria Theresia en ook Alexander Potemkin op het podium verschenen. In feite waren er nu ingrediënten genoeg aanwezig om er eens even een Moskovisch gebak van te maken.
De verhaallijn bleef duidelijk. De onmogelijke liefdesrelatie die er tussen de journaliste en de conservator was ontstaan, ging tijdens de ‘verkleed partij’ op een totaal ander hiërarchisch plan gewoon door. De journaliste als Catharine de Grote, de conservator als Potemkin en de vrouw van de conservator als Maria Theresia. Maar of de Habsburgse Keizerin Maria Theresia en Tsarina Catharina de Grote elkaar ooit hebben ontmoet weet ik niet. Ongetwijfeld zullen de acteurs het allemaal wel weten, omdat dit stuk is geschreven in verband met de opening van de nieuwe vestiging van de Hermitage in Amsterdam, alwaar ze het stuk ook ten tonele zullen brengen en zij deze historische figuren derhalve grondig bestudeerd zullen hebben.
De productie van de stukken die zij spelen ligt bij Theatergroep de Kern en om nog wat preciezer te zijn bij Jan – Jaap Jansen en Ineke ter Heege. Van Jan – Jaap is mij bekend dat hij op het lyceum voor uiteenlopende vakken een 9 op zijn report had en na het behalen van de middelbare school tot schrik van zijn ouders in Antwerpen naar de toneelschool ging. Het toneelspelen was voor hem een doel op zich zelf en geen middel om rijk te worden. Dit zal ongetwijfeld ook gelden voor de meeste andere acteurs en actrices die in schouwburgen en achteraf theatertjes optreden en pas laat in de avond weer naar huis terug kunnen keren. Van pensioen opbouw is veelal geen sprake, of je moet op de toneelschool les gaan geven of ergens anders een betrekking zien te vinden. Maar dan zal er van toneelspelen niet veel meer terecht komen.
Theatergroep de Kern heeft tot op heden toe nimmer subsidie ontvangen. Ze moeten alles zelf doen. Ook de decorstukken geluid en lichtinstallaties moeten ze zelf iedere avond meebrengen en na de voorstelling weer mee terug nemen. Tot je vijftigste levens jaar is dat allemaal nog wel te doen. Maar als je zestig bent geweest, is het mooi als je het nog tot je vijf en zestigste kan volhouden en het is pas echt mooi als je tot je zeventigste jaar kan door spelen.
Merkwaardig dat er bij deze voorstelling zo weinig toeschouwers aanwezig waren terwijl de acteurs met grote kwaliteit te voorschijn waren gekomen, en dit theatertje zo uniek is. Na de voorstelling hebben we in het theatercafé beneden nog enige mensen gesproken die fan waren van de Kern en nagenoeg alles dat door het gezelschap op de planken was gebracht tweemaal hadden bekeken. Ik heb spijt dat ik maar één maal een voorstelling van de Kern heb mogen meemaken en al het voorafgaande heb gemist. Ik kende het bestaan van dit gezelschap niet.
Ik heb op Internet kunnen lezen dat ze meerdere malen voor een publieksprijs waren genomineerd, maar uiteindelijk nooit een prijs hebben gekregen. Het stuk was goed in elkaar gezet en er werd bovenal op een natuurlijke en voor mij herkenbare wijze toneel gespeeld. Inmiddels heb ik kunnen constateren dat aardig wat van mijn vrienden, die beslist geen culturele achterstand hebben ook nooit van dit toneelgezelschap hebben gehoord. Misschien zijn ze net als ik zo’n dertig jaar geleden door het vernieuwende grensverleggende toneel uit de schouwburg weggebleven.
Voor mij bestaat er geen twijfel, dat er voor goed toneel publiek is, die net als wij ook onder barre weersomstandigheden er de deur voor uit zullen gaan. Er zullen in Nederland en Vlaanderen nog wel enige honderdduizenden liefhebbers voor te vinden zijn, die er net als wij zeer van onder de indruk zullen geraken en na afloop van de voorstelling het gevoel zullen hebben dat hun avond wel besteed was.
Helaas zal het overgrote volksdeel ’s avonds amorf voor de TV gaan zitten om naar Paul de Leeuw te kijken en naar voetbalwedstrijden, waarbij ze tijdens deze uitzendingen een hoeveelheid lege bierflesjes om hun stoel heen verzamelen, dat een veelvoud is van het aantal doelpunten dat werd gescoord.
Philip Wiesman