Mars

Beschouwingen
15 januari 2019

Ik beschrijf een wel heel bijzondere reis die nog door geen mens is gemaakt, maar ik daardoor het kerststalletje terugzag dat mijn vader ooit had geboetseerd.

Van mijn ruimtereis naar Mars kon ik me niets herinneren, maar ik stond er. Ik bevond me in een  stoffig roodachtig iets glooiend landschap. Niet ver van mij vandaan zag ik een aantal huisjes staan. Deze waren, zo leek het mij, ooit groenachtig geweest, maar zaten onder het roodachtige stof.

Al snel was ik een van deze huisjes binnengetreden en ik realiseerde mij dat Mars zo’n anderhalf miljard jaar geleden bewoond moet zijn geweest. Het vertrek  waarin ik stond deed me denken aan een soort huiskamer van een oude herberg. Maar hoe wonderlijk, alles bleek hier op menselijke maat te zijn, zoals stoelen, tafels en ook de open boekenkast, waar ik naast stond, waarin op de planken enige rijtjes boeken stonden, maar verder met stapels folianten, oude kranten en wat voorwerpen was opgevuld.

Opeens werd mijn aandacht getrokken op de plank direct voor mij. Daar stond het kerststalletje dat mijn vader ooit had geboetseerd. Dat kon toch niet!  Zou het dan mogelijk zijn dat je, behalve door de ruimte, hier ook met een of ander gangenstelsel kon komen?

Ik werd wakker. Een nare droom was dit niet.  Ja, dat kerststalletje heeft mijn vader ooit van gekleurde was geboetseerd, ik was er bij toen hij drie verschillende kroontjes voor de koningen uit goudkleurig papier knipte. Ik was toen net vijf jaar.  Het is jaren later weggedaan, omdat de was erg vuil begon te worden en de armpjes en hoofdjes los raakten.

Ik bleef nog even in mijn bed liggen, strekte mijn arm uit en zette de radio aan en belandde in het ochtendprogramma waar zojuist Govert Schilling aan het woord was. Hij vertelde dat de Voyager 1 nu zo’n 20 miljard kilometer van de aarde is verwijderd en nog steeds signalen uitzend.  Inmiddels is hij al goed op streek is om over een jaar of zeven,  ons zonnestelsel voorgoed te verlaten en dan in alle eenzaamheid zijn baan te gaan trekken in de interstellaire ruimte.[[[ een reis die misschien wel honderden miljoenen jaren kan gaan duren en, wat ik met Govert Schilling eens ben, is dat deze ruimtesonde een langer leven beschoren zal zijn dan de mensheid. Ik vraag me wel eens af of over 500 jaar,  hier op aarde nog mensen zullen zijn die nog weten dat we ooit op de maan zijn geweest.

Wat Voyager 2 betreft, daar zetten wij destijds ’s avonds laat de TV voor aan, als er weer van die schitterende opnames van één van die grote planeten met zijn manen zouden worden uitgezonden, die de ruimtesonde had gemaakt en naar de aarde had doorgeseind. Mijn moeder en ik zaten dan aan de buis gekluisterd.

Ook had Govert het nog over het Apollo Project, dat hij, toentertijd als scholier op de TV heeft kunnen volgen en dat uiteindelijk in 1969 resulteerde in de maanlanding.  Twee belangrijke namen ten aanzien van deze uitzendingen die door de NTS ( nu NOS ) werden verzorgd  bracht hij nog even ter sprake.  De presentator Henk Terlingen en, hoe kan dat ook anders, de sterrenkundige  Chriet Titulaer die zich na zijn studie als een ruimtevaartjournalist had ontwikkeld en met zijn zwaar Limburgs accent uitleg gaf over datgene wat ze straks op de maanbodem zouden kunnen aantreffen. Maar de vermaarde neurowetenschapper dr. Jos P. Schadé die ook altijd in deze uitzendingen vaste prik was, wordt door niemand meer genoemd. Ik kan me zijn vertrouwenwekkende  stemgeluid nog heel goed herinneren, wanneer hij vanuit Houston als een van de artsen die zeer nauw betrokken was met het wel en wee van de astronauten in het programma inbelde en vertelde hoe de  fysieke en mentale gesteldheid van de astronauten vlak voor de lancering was.

Maar nog voor de uiteindelijke lancering van de Apollo 9, die in juli zou plaats vinden, bedacht AVRO-s Amerika correspondent Klaas Jan Hendriks Dr. Jos Schadé bij de NASA in Houston te gaan opzoeken. Dat was in maart.

—- Dr. Schadé?  Die kennen wij niet.  Nooit van gehoord.—-

Heel Nederland kreeg te horen dat deze Dr. Jos Schadé, befaamd of niet een bedrieger was. Ook zijn eigen vrouw dacht dat hij steeds in Amerika zat en bij de NASA betrokken was bij het Apollo project. Toch was de informatie die hij verstrekte juist, maar dat kwam, omdat hij even voor de TV uitzending alles op de Amerikaanse zender van Vliegbasis Soesterberg had afgeluisterd.

Niet veel later, toen deze vermaarde neurowetenschapper weer boven water kwam, bleek dat zijn bedrieglijke excapade voornamelijk bedoeld was om zijn vrouw om de tuin te leiden vanwege een  vriendin waarmee hij in Boskoop in een tuinhuisje zat.

Ikzelf was toen 22 jaar en een ijverige leerling op de academie en zat nog boordevol met  idealen en was zeer teleurgesteld toen ik dit allemaal moest vernemen.  Helaas ben ik inmiddels veel wijzer geworden en zou er nu om hebben moeten lachen.

Philip Wiesman