Elisabeth Bas

Beschouwingen
30 december 2018

Op weg om Elisabeth Bas te gaan bezoeken ben ik in een heel merkwaardig winkeltje terecht gekomen. Toen ik een vriendin hierover vertelde was zij over mijn avontuur beslist niet geamuseerd.

In welke stad ik liep weet ik niet, maar wel dat ik daar plotseling aan Elisabeth Bas moest denken en dat ze in een van die straten moest wonen waar ik mij nu bevond. Zou ik haar kunnen vinden en bij haar gaan aanbellen?  Het begon mij te dagen, dat ik haar afbeelding vroeger op een sigarendoosje was tegengekomen. Ik merkte, zonder dat ik er mij bewust van was, dat ik inmiddels een sigarenwinkel was binnengetreden. Ik keek om mij heen en zag overal de sigarenkistjes en dozen in vitrines en op kasjes uitgestald.

Een oudere vrouw kwam op mij toegelopen en vroeg waarmee ze mij kon helpen. ‘Ja’ zei ik. ‘Ik wilde weten waar Elisabeth Bas woont en ik denk dat als ik bij U een doosje sigaren koop met haar portret er op dat ik haar dan kan vinden.’ ‘Ach mijnheer, weet u dan niet dat ze al eeuwen geleden overleden is en dat ik de laatste kistje met Elisabeth Bas sigaren een jaar geleden heb verkocht.’

Toen ik aan het ontbijt zat, zei ik tegen Lies: ‘Ik heb vannacht van Elisabeth Bas gedroomd.

Is dat niet vreemd?’

‘Ja dat is heel vreemd en ik vind het overigens niet zo gepast, dat wanneer je bij mij komt logeren van andere vrouwen gaat liggen dromen. die nota bene al meer dan 300 jaar geleden begraven zijn.’

‘Zo te horen Lies, weet jij dus toch wel iets van die vrouw af van wie ik droomde.’

‘Niet veel meer dan jij denk ik, enkel dat het een sigarenmerk betreft en dat ze op het doosje staat afgebeeld met zo’n witte molensteenkraag.’

‘Ik blijf het wonderlijk vinden dat ik na zo’n 65 jaar, terwijl ik helemaal niets met sigaren heb, over haar ben gaan dromen.  En hoe het doosje er uit zag weet ik ook niet meer.  Alleen van haar portret kan ik me iets herinneren.’

Lies stond van tafel op en aangezien haar encyclopedie in deze geen uitsluitsel gaf, kwam ze met haar mobieltje teruggelopen.

‘Ik heb haar gevonden Philip.  Elisabeth Bas werd in 1571 in Kampen geboren en is in 1649 in Amsterdam op 78-jarige leeftijd overleden. Ze was samen met haar man rond 1606 aan de Nes in Amsterdam een taverne begonnen. Haar man overleed in 1627 op 60-jarige leeftijd, waarna ze de zaak niet zonder succes heeft voortgezet. Ze hadden vijf kinderen gekregen, waarvan ze er vier heeft overleefd en daardoor ook de zorg voor een drietal kleinkinderen van haar oudste dochter op zich moest nemen. Een van haar kleindochters, Maria Rey, heeft Ferdinand Bol in 1540 de opdracht gegeven om Elisabeth te portretteren.

Opmerkelijk vind ik, dat ze destijds als merknaam voor een sigaar een vrouw hebben gekozen, terwijl de sigaar in een absoluut mannenbolwerk thuishoorde en haar portret op ieder doosje en kistje hebben afgebeeld.

Een ferme, kerel zoals een ritmeester of een oorlogshitser als Karel I, paste als merknaam toch veel meer in het machogevoel van de man.

Weer thuisgekomen ben ik haar op het internet nog even gaan opzoeken. Ik ben het schitterende portret van haar tegengekomen, dat ik beschouw als een van de mooiste portretten die er in het Rijksmuseum zijn te vinden. Ik denk, dat dit portret  meer indruk op mij moet hebben gemaakt dan ik me destijds realiseerde en nu ik op een leeftijd ben aanbeland en de leeftijd begin te naderen waarop Elisabeth Bas is geschilderd,  zij van uit mijn onderbewuste in die nacht na meer dan zestig jaar in mijn gedachten is terug gekomen.

Ook het doosje, waarin tien sigaren zaten, met de afbeelding van haar midden op, met de gouden guirlandes die met de vingers voelbaar waren, herkende ik direct. Het staat me bij dat ik dit doosje, een wel heel mooi sigarendoosje, ooit in mijn bezit moet hebben gehad.

Philip Wiesman